Bijna één op vijf kinderen in Groot-Kortrijk groeit op in kansarmoede. Als geld geen probleem was, zou ik onmiddellijk deze dramatische kinderarmoede definitief de stad en deelgemeenten uit helpen. Ik zou voluit inzetten op gezonde voeding, liefst aangekocht bij onze lokale handelaars, telers en boeren. Ik wil ook resoluut gaan voor diervriendelijke voeding en dus onverdoofd geslacht vlees bannen uit de kinderopvang van de stad. Het vernieuwen van bestaande en het bouwen van nieuwe binnen- en buitenspeelpleinen kan meer gezinnen uit hun sociaal isolement halen. Meer en beter onderhouden parken en pleinen verhogen het sociaal contact tussen kinderen én ouders.
Eveneens één op vijf Kortrijkse kinderen spreekt thuis geen Nederlands meer. Kennis van onze taal is nochtans cruciaal om aan armoede te ontsnappen. Er moet opnieuw voorrang worden gegeven aan het Nederlands op de speelplaats en in de klas. Door ouders beter te begeleiden naar volwaardig werk, misbruiken op te sporen en natuurlijk te stoppen met het invoeren van armoede uit het buitenland, zou ik ervoor zorgen dat het probleem niet meer terugkeert.
Als ik het voor het zeggen had, realiseerde ik verregaande inspraak. Een Groot-Kortrijk waar opnieuw wordt geluisterd naar de mensen en waar de gewone man of vrouw zich over belangrijke thema’s en projecten, zoals de megamoskee, kan uitspreken. Het is hoog tijd om de toekomst van onze Guldensporenstad weer in eigen handen te nemen!